Juli 2019

Sardinië, Corsica, Elba, Italië en meer bezoek.

Deze maand begint met een mooie rondrit op Sardinië. We huren op het vliegveld van Olbia een Panda. Niet meer voor die idioot lage prijzen als in de winter, maar nog steeds niet slecht. We zien veel van het binnenland en het is er schitterend. De 3e brengen we Fria (en de auto) weer naar het vliegveld. We vieren Paula’s 53e verjaardag en zeilen dan naar Olbia city waar we vlak bij het vliegveld kunnen ankeren. Maaike en Cathrine komen een weekje meevaren en met hun gaan we in kleine stapjes naar de noordkant van Sardinië (en weer terug). We zeilen, surfen, snorkelen en zwemmen een weekje heerlijk rond. Als Paula’s zussen weer vertrokken zijn gaan wij richting het noorden. We zijn een paar daagjes in Frankrijk (Corsica) voor we via Elba naar de vaste wal van Italië gaan. We willen de kust verder volgen richting Monaco, Frankrijk en Spanje. 

De route van Safari deze maand.

Op 1 juli huren we een auto om een stuk van het eiland te verkennen. We huren hem voor 48 uur, maar halen hem om 1 uur op zodat we hem drie dagen kunnen gebruiken.

We hebben geen idee wat de bezienswaardigheden zijn dus zoeken we op de kaart iets wat er leuk uitziet en gaan er dan kijken. Zo komen we bij dit bergmeer. 

Er is een leegstaand hotel met deze drijvende (staande) steigers voor de deur.

Als we wat beter om ons heen kijken blijkt de waterstand in dit meer zo’n 10 meter lager is dan oorspronkelijk. Gezien het verlaten hotel, de kapotte steigers en de begroeiing is dat ook al even zo. 

We passeren een stad met een uitgebreid rangeerterrein. Het lijkt alsof we in een andere eeuw beland zijn.

Dan gaan we naar de westkant van het eiland, Capo Caccia. Dit is een zeer rotsige kaap waarachter een mooi beschut zeil- en ankergebied schuil gaat. Hier zijn we in 2015 vanuit de Balearen Sardinië binnengekomen. 

Wat we toen niet wisten is dat hier een pad met trappen aan de rotsen gehangen is waar je een paar honderd meter naar beneden kan lopen waar de prachtige grotten van Neptunus zijn.

Hier moeten we een halfuurtje wachten tot de volgende rondleiding begint. 

Een ondergronds meertje.

En dan een kathedraal grote ruimte vol met stalactieten en stalagmieten. Er is ons verteld dat die dingen maar een centimetertje per eeuw aangroeien dus dit is duizenden jaren oud.

En dan weer een paar honderd meter omhoog de trappen op (ruim 35 graden en geen wind!). Daar staat de auto en hebben we een prachtig uitzicht naar het westen.

De volgende ochtend doen we eerst een rondje Olbia. Er is niets moois aan die stad. Het enige wat ons opvalt is een volgende stap in de vuilnis crisis. een muur vol particuliere recycling bakjes, net geleegd zo te zien.

Dan gaan we via de oostkant van het eiland richting zuid. Daar is een indrukwekkend berggebied Supra Monte met een kloof “mooier dan de Grand Canion” Gola Gorropu. Dat willen we wel eens zien.

In het basiskamp is een panorama uitkijk berg topje.

Het uitzicht is inderdaad indrukwekkend. Richting noord.

En richting zuid. De rivier in de V van deze vallei komt uit de kloof. 

Een paar kilometer verder is het pad naar de kloof. We moeten ruim een kilometer naar beneden lopen (in 3,5 kilometer) en dan 2 kilometer de rivier volgen en dan 20 Euro per persoon betalen om in de kloof een wandeling van een paar kilometer te mogen maken. En dan weer terug omhoog (bij 35 graden). We zien er maar vanaf en wandelen een klein rondje.

We bezoeken daarna het zeeaquarium in Cala Gonone. Das heel mooi.

En dan is het al weer 3 juli en brengen we Fria naar het vliegveld voor haar terugvlucht naar Nederland. Wij doen nog even boodschappen en brengen die met de auto naar de boot en rijden dan weer terug naar het vliegveld om de auto in te leveren en met de bus weer naar de boot te gaan. We hebben een erg leuke tijd met Fria gehad.

En dan is het 5 juli en wordt deze dame 53 jaar. We hebben bij zo’n mooie Italiaanse gebakzaak een taartje gekocht. Geselecteerd op uiterlijk, want er stond geen prijs op. 28 Euro!

Als je dan toch jarig bent kun je ook wel een beetje aan het werk. Het zeiltje van de Kayacat is wat uit model geraakt. Er is inmiddels gratis een nieuwe naar Nederland verstuurd, maar het lijkt erop dat die te laat komt om mee te komen met onze volgende bezoekers. 

We hadden in maart van Cathrine al een oud surfzeiltje meegekregen en die hebben we nu verbouwd.

Dan gaan we naar Olbia City.

We ankeren daar op een kwartiertje lopen van het vliegveld.

En daar komen Maaike en Cathrine aan. Zij gaan een weekje met ons meevaren.

Wolken! Dat is niet normaal hier.

We gaan naar de Golfo Pevero, een baaitje noord van superjachten baai Cala di Volpe. Daar blijken nog grotere jachten te liggen. Deze is officieel de grootste op aarde. Niet de langste (er is er één langer) maar wel die met het meeste volume. Helicoptertje op het achterbovendek en eentje op de boeg (die is nu even uit vliegen).

Cathrine wil de surfplank wel eens proberen. Het gaat best.

Maaike heeft geen surfplank nodig om in het water te springen.

Die van zonet was dan de grootste, deze is met afstand de lelijkste. Ziet eruit als een oud leger ding of zo, maar blijkt net een paar maanden geleden nieuw gebouwd en opgeleverd te zijn. Natuurlijk wel een heli op het achterdek.

En als je dan toch een bijbootje koopt doe er dan maar gelijk 4 buitenboordmotoren bij.

Zo’n helicopter hebben wij ook……..

Dan gaan we relaxed op het (grote) fokje verder naar het noorden.

Het uitzicht vanuit het restaurant in ​de Golfo di Arzachena.

De dames hebben en een enorme vis gekocht. Ik houd het maar bij een mixed grill vlees.

We gaan nog één baaitje noordelijker (Porto Pozzo) waar Chris en Sue (Nimrod) met zus en zwager een biertje bij ons komen drinken en dan gaan we weer richting het zuiden.

Het waait hard. We gaan met ruime wind op alleen een klein fokje al ruim 8 knopen.

Een bezoekje aan Cala di Volpe (superjachten baai) mag natuurlijk niet ontbreken.

Dan gaan we door naar Porto San Paolo. Hier kunnen we leuk spelen met surfplank en Kayacat.

Zien we daar weer een wolk? Dat betekend slecht weer op komst.

36 graden en bijna 36 knopen wind. We blijven maar even een dagje liggen.

We gaan met de rubberboot naar het scheepswrak dat hier vlakbij ligt, om te snorkelen.

En dan is de week al weer om. Na nog een beetje duwen lukt het Maaike en Cathrine nog net om in de bus naar het vliegveld te komen (“is vol, over twee uur komt de volgende”). We hebben het erg leuk gehad.

Tijd voor ons om weer eens wat verder naar het noorden te gaan. 

Er is een beetje wind en Nimrod ligt inmiddels in Porto Vecchio op Corsica en heeft ons uitgenodigd voor de BBQ. 

De wind zakt al weer in, maar door een nog grotere fok halen we het toch nog voor de BBQ begint.

We maken een wandeling door de oude vestingstad op de top van de berg west van de baai. Het is een mooi stadje. Wat ons gelijk opvalt is dat de Fransen, geheel in tegenstelling tot de Italianen, op de voetpaden heel inschikkelijk zijn en ruimte maken om je er langs te laten. Ook als ze met elkaar staan te praten.

We gaan de Franse supermarkt eens verkennen. Ondanks dat ze ook hier onmiddellijk hun karretje aan de kant doen om je er door te laten snap ik niets van hun eetgewoonten. Dit stukje bot met veel vet en een prut stukje vlees zou ik denk ik weggooien, maar die Fransen vragen hier doodleuk 18,90 Euro per kilo voor!??!?!?

En na ons in Italië zo langzamerhand een vuilniscrimineel te voelen is het heerlijk hier weer gewoon overal vuilnisbakken aan te treffen.

In het einde van de baai liggen een flink aantal wrakken van jachten. De baai ziet er zo veilig uit, maar het kan hier dus ook anders zijn.

Het heeft vannacht nogal gewaaid en er is weer een nieuwe naar het eind van de baai gewaaid. Zie hier de redders. Hij klimt in vol ornaat met korte broek en reddingsvest met een lange witte lijn eraan op de boot (met een klembord in de hand) en zij houdt die lijn goed vast. De man op het steentje zorgt voor de communicatie tussen de twee.

We hebben een beetje lekkage van ATF olie uit de keerkoppeling van de bakboord motor. Nadere studie leert dat de moer waarmee de uitgaande flens op de as van de keerkoppeling is bevestigd los zit en daardoor langs de draad lekt. Paula in het water onder de boot om de schroefas zo ver mogelijk naar achteren te trekken, dan kan ik de flexibele koppeling verwijderen en de moer aandraaien. Geen lekkage meer dus er was niets kapot!

Er komt ineens een blusvliegtuig een hap water nemen in de baai. Ik hoorde laatst een verhaal dat ze ergens in een bosbrand het lijk van een duiker in volledige uitrusting hebben gevonden………

De volgende dag weer verder naar het noorden. Er is bijzonder weinig wind (<5kn), recht van achteren, maar met geduld en heel veel zeil kunnen we alles zeilen.

Dit 50 meter (!) lange zeiljacht doet alles op de motor, net zoals alle anderen die we zien.

We ankeren die avond ergens voor het strand op de halve hoogte van Corsica. Er zijn hier geen baaien of zo.

De volgende dag verder naar het noorden. Het begint weer heel slap, voor de wind in 5 knopen wind, maar later draait de wind iets en neemt toe tot een knoop of 8 en kunnen we met gennaker en grootzeil (samen zo’n 250m2) 60 graden aan de schijnbare wind (13-15kn) toch tussen de 8 en 9 knopen lopen. Dan kunnen we wel naar Elba.

We bereiken nog ruim voor het donker ​wordt Marina di Campo, een baai zuid op Elba.

We maken een wandeling naar het vliegveld van Elba. Deze staat hier al even denk ik.

De volgende dag dobberen we naar ​Porto Azzurro aan de oostkant van Elba. Het is weekend en de baai loopt verschrikkelijk vol.

We maken een flinke wandeling.

Als we terug op de boot zijn tellen we met gemak 200 boten in de baai.

De 21e gaan we naar Portoferraio op de noordkant van Elba. We komen onderweg een Moby veerboot tegen. Die zijn allemaal geschilderd in tekenfilm thema’s.

Portoferraio gezien vanuit de ankerplaats in de super beschutte baai.

​Portoferraio by night.

We gaan het stadje eens verkennen.

Het huis van Napoleon waar hij van 4 mei 1814 tot 26 februari 1815 tijdens zijn ballingschap verbleef. 

We hebben ook een missie hier op Elba. Onze vorig jaar in Griekenland aangeschafte waterkoker is nu al aan vervanging toe. Het roest-vast-staal is doorgeroest! Er is hier een Euronics daar hebben ze vast wel een nieuwe.

De 24e gaan we weer een stuk naar het noorden, opkruisen tegen 5 knopen wind. We ankeren voor het strand van Viareggio en gaan de volgende dag met de bijboot even de haven in. Op het havenhoofd staan deze alleraardigste beeldjes.

De haven van Viareggio is met een riviertje verbonden met een merengebied iets verder naar binnen.

Dit is de plaats waar de Italiaanse superjachten worden gebouwd en ge-refit. De Benetti werf en daar omheen honderden toeleveranciers.

Tja, dit zie je niet zo vaak in een Nederandse watersportwinkel.

Het stadje ziet er mooi uit.

Dan gaan we verder noord naar La Spezia. Wederom opkruisen in zeer weinig wind. 

Hier beginnen ook de hoge bergen van noord Italië. De witte plekken zijn geen sneeuw, maar een soort marmer.

We ankeren eerst in Porto Venere. Hier is een oud stadje wat het bekijken waard is. 

Dan gaan we naar de zeer beschutte baai van Le Grazie om te schuilen voor een dagje onweersbuien.

De volgende dag is het weer opgefrist en maken we een mooie wandeling rond de baai.

Er liggen vele zeer fraaie klassiekers in de baai en op de werf hier in de baai.

We besluiten een dagje naar Pisa te gaan met de trein. Dit is de rij voor de kaartjes automaat, die om de hoek staat. Als het aan mij lag hadden we al lang opgegeven, maar Paula zette door. Na ca. 1,5 uur hebben we onze kaartjes en kunnen op de trein gaan wachten die ook nog eens 25 minuten te laat komt (zucht).

Na nog ruim een uur treinen zijn we er dan. Het is er wel mooi!

Drab rivier. Extra drab door de heftige buien van eergisteren denk ik.

Ja, hij staat echt heel scheef.

Tja, wat zijn we hier aan het doen?

Nou, vergelijk de voor en na foto’s maar eens goed met elkaar. Het heeft echt geholpen!

Don’t walk on the gras.

Shit, je bent de poort nog niet uit of hij is al weer scheef gezakt!

Er zijn nog meer mooie gebouwen in Pisa.

Op de terugweg in de trein zien we waar de zonnebloemolie vandaan komt.

Yes!!! Na jaren hebben we eindelijk weer eens een vis gevangen. Helaas in het waterfilter van de bakboord motor. En hij zit helemaal klem in de inlaat van het filter. We zijn wel een kwartier aan het prutsen voor hij er in stukjes uit komt. Arme vis!

Na het vis incident gaan we op pad. Bijna geen wind wel flinke golven. We kunnen zo nu en dan een stukje op de code-0 zeilen (het grootzeil klapt teveel in deze omstandigheden), maar motoren het meeste vandaag.

Zo, ons noordelijkste punt voor dit jaar is bereikt. 44.20.78 N. Zo noordelijk zijn we in geen jaren geweest! S. Margherita Ligure. Rapallo is nog iets noordelijker, maar daar mag niet meer geankerd worden sinds de hele jachthaven en ankerbaai afgelopen winter is weggeblazen. Zoek maar eens op Rapallo storm op Youtube en huiver.

Het lijkt een heel mooi stadje en als we de volgende morgen op de kant gaan rondkijken zien we deze prachtig onderhouden oude gebouwen.

Van dichtbij zien die muren er zo uit. Helemaal vlak en helemaal geen ornamenten en zo. Alles is erop geverfd. De hele stad is zo gedaan en het is schitterend.

Na ons verbaasd te hebben over het schitterende verfwerk in deze stad gaan we verder naar het zuid-westen. Er is wind!

Dan is de maand al weer om. De helft van dit zomerseizoen ook al weer. Het gaat erg snel vind ik. En we hebben nog heel wat mijlen te gaan dit seizoen. Op naar Frankrijk dus maar.
Eind augustus zullen we de volgende blog plaatsen.