Juni 2016

Kroatië.

De eerste volle maand in Kroatië. We waren hier al drie keer eerder vier weken achter elkaar, maar dat was eerst met onze trailersailer Jantar in 2004 en 2005 en later in 2008 nog een keer met onze F9A  trimaran. In 2013 zijn we hier nog twee weekjes met Arjen en zijn trailerbare trimaran geweest. Er is wel wat veranderd intussen. Niet de omgeving of het weer is veranderd, maar wel de geldhonger van de Kroaten is enorm gegroeid. Daarnaast zijn er zo mogelijk nog meer huurboten die de geldhonger waarschijnlijk aanwakkeren of in ieder geval voeden. Als je hier twee weken met 8 man een Bav huurt kun je je best ligplaatsen in een haven van ruim honderd Euro per nacht veroorloven. (100*14)/8=175 Euro pp of 350 per koppel. Naast de huur van de boot en het vliegticket geen groot probleem voor een vakantie van 2 weken. Als je als cruiser 100 Euro per nacht moet betalen is dat 365*100=36.500 Euro per jaar! En dat gaat nu eenmaal niet. De kunst is dus het vinden van ankerbaaien die nog niet volgegooid zijn met boeien. Ligt het vol met boeien, dan mag je er niet zelf voor anker. Voor een boei willen ze vaak 20 Kuna per meter hebben en dan maal twee voor een Cat. Voor ons dus 560 Kuna=75 Euro. Dat gaan we natuurlijk niet doen. Daarnaast is er natuurlijk geen enkele reden voor een grotere boot meer te vragen, want een boei is een boei. Daar kan maar één boot aan liggen ongeacht de lengte of de breedte. Of is het omdat grotere boten vaak ook een grotere portemonnee hebben? Tot zover dan het geklaag. Voordeel van de boeien velden is dat de meeste huurboten hier graag aan liggen zodat de ankerbaaien vaak vrij van charters zijn. En cruisers sturen elkaar emails met locaties van goede ankerplaatsen en daar zijn er nog een heleboel van. Boodschappen zijn niet opvallend duur en uit eten en een drankje op een terras zijn nog steeds behoorlijk goedkoop. Het is hier werkelijk een geweldig zeilgebied (al laat de wind het nogal eens afweten) met prachtige baaitjes, duizenden eilandjes en erg veel beschutting dus nauwelijks golven of deining. Kroaten zijn trots op wat ze hebben en onderhouden het dan ook goed (geheel in tegenstelling tot de Italianen) waardoor alles er fris, vrolijk en mooi uitziet. We komen vele bekenden tegen, wat weer leidt tot gezellige kuipfeestjes en etentjes. In een paar weken tijd zeilen we zo’n beetje de gehele lengte van Kroatië naar het noorden, waar Rab ons noordelijkste punt is (Istrië slaan we eerst over) en dan weer terug naar Split, omdat op 1 en 2 juli daar Paula’s zussen en zwager heen vliegen en voor een weekje bij ons te gast zullen zijn.

We gaan een leuk klein baaitje binnen op het eiland Lastovo, één van de buitenste eilanden in het gebied tussen Split en Dubrovnik. Dit is een nationaal park en ja hoor, het anker ligt nog niet of er komt een rubberboot met park rangers op ons af of we even 30 kuna pp willen afdragen. Dat is totaal 8 Euro, dus wel te doen.

We gaan de volgende morgen naar de kant om een stukje van het eiland te verkennen. Zodra we voet op wal zetten komt een “gids” op ons af en besluit ons die dag te gaan begeleiden (geheel gratis!). Hij loopt telkens een meter of 20 voor ons uit en als wij niet snel genoeg komen wacht hij gewoon even.

We lopen naar het middeleeuwse stadje Lastovo City een kilometer of 5 verderop. We zien boven op de bult een uitdaging, een oud kasteel of zoiets.

Onze “gids” gaat ons voor, maar helaas blijkt het hek rond het kasteel gesloten. We hebben wel een fantastisch uitzicht hierboven.

Tja, en het zal ook eens niet! Ze vermelden alleen geen bedragen hier.

Terug naar beneden stuurt onze “gids” ons langs een andere route. Uiteindelijk laten we hem achter voor de supermarkt, waar hij helemaal geobsedeerd naar een klein katje blijft kijken.

Dan gaan we op weg naar het eiland Vis. Er is een beetje wind zodat we weer een klein beetje snelheid kunnen maken.

Het neemt nog ietsje toe zodat we in een fatsoenlijke tijd Vis bereiken.

De baai voor Vis City is helemaal vol gegooid met meerboeien. We gaan naar een klein baaitje ten noorden van Vis City en ankeren in 1,5 meter water en trekken de kont naar de kant om geen zwaairuimte nodig te hebben.

In het baaitje is ook een oude onderzeebootbunker waar we met de bijboot heen gaan.

De volgende dag is er weer een beetje wind en kunnen we de 60 mijl naar het zuiden van Pasman overbruggen. We ankeren voor het eilandje Gangaro.

De volgende morgen gaan we gelijk om 11 uur op pad om de laatste 20 mijl naar Sutomiscica op Ugljan te doen. We hebben een beetje haast om hier te komen, want Vickie, onze Deense vriendin uit Marina di Ragusa, is jarig vandaag. En dat willen we natuurlijk niet missen.

We redden het mooi op tijd.

39 jaar jong!

In ruil voor onze kadootjes krijgen we een heerlijke BBQ.

De volgende ochtend laten we de boten even lekker uitrusten en gaan wij een stukje wandelen. Er is namelijk een uitdaging op dit eiland. Een oud kasteel op de top van het eiland waar tegenwoordig vooral een zend en ontvang installatie zijn gebouwd, maar het uitzicht is er niet minder om.

Als je goed oplet zou je vanaf hier 200 eilanden moeten kunnen tellen.

Onderweg terug worden er wat kersenbomen ontdekt. Na deze ontdekking waren het  nog slechts bomen.

Helemaal beneden even naar de buurtsuper voor wat brood, beleg en bier en we zijn weer helemaal op krachten.

Jacob wil wel eens proberen te suppen.

Hij valt er vanzelf niet af. Daar moet dus even verandering in komen.

De volgende dag in de oostelijke baai van Molat komen Jacob en Vickie even langszwemmen en roepen iets over dat wij grote voeten hebben.

En ze hebben wel een beetje gelijk!

Mooi bloemetje op Molat.

Dan gaan we naar Ist.

We gooien het anker voorbij het stenige gedeelte in ca. 1 meter water.

We weten hier weer een mooie uitdaging, het kerkje op de top van het eiland.

Deze was niet zo moeilijk.

Deze wel. Camera op een steentje zetten. Timer op 10 sec (is max.). Klikken en hollen, klimmen en dan weer relaxed kijken.

Dan gaan we naar Losinj. 

De volgende dag (8 juni) lopen we naar het plaatselijke vliegveld.

Een heuse gate 2 (geen gate 1 kunnen vinden) met band en röntgen apparatuur voor de bagage.

En echte vliegtuigjes.

Terug in de baai duurt het niet lang voor de Umata (ook Marina di Ragusa) arriveert. 

Na een uitgebreide happy hour op Umata doen we een potluck op de Safari.

De volgende dag gaan we weer wat naar het zuid-oosten, naar Olib.

Olib is een autoloos eiland, maar daar hebben ze wat op gevonden!

Er is zelfs een hele rijke boer die zich een mooie rode Porsche heeft aangeschaft.

Dan gaan we weer richting noorden, naar Rab.

Dit is zeer dicht bij de hoge Velibitski bergen (1500 – 2000 meter). In dit gebied wordt de Bora (zeer sterke NO wind) geboren en ontstaan er voortdurend onweerswolken.

Lekker snackje: nacho’s met kaas en chilisaus uit de oven als maaltijd.

Geen Bora vanavond.

De volgende dag gaan we Rab City bezoeken.

We waren hier al eens in 2004 (foto onder) en beklommen de hoogste toren. 

Dit keer blijven we met beide benen op de grond.

Tijdens een wandeling door het dorpje Kampor, naast Rab kwamen we deze nagebouwde torens van Rab tegen.

’s Avonds komen ook de Umata en de Conquistador naar Rab en werd het wederom gezellig. De volgende dag gaat de Umata naar KrK en wij samen met de Conquistador naar een baai aan de noordwest kant van Rab. Er wordt een behoorlijk zware zuidooster storm voorspeld en dan liggen we daar goed beschut. We maken een mooie (fiets) tocht van Supetarska Draga naar Lopar. We duwen onze fietsen de eerste 5 km tegen de zeer steile paden omhoog.

Kunnen dan een kilometertje fietsen.

We zitten hier in het gebied waar de Bora behoorlijk huis houdt. Dit is goed te zien aan de richting waarin alle bomen en struiken groeien. Dichter naar de bergen groeit helemaal niets meer.

​We genieten van het uitzicht en zien uit naar de afdaling, 5 kilometer niet trappen maar alleen maar remmen.

Dit was dan de afdaling waar we ons op verheugden!

En dan nog een kilometer of twee horizontaal in het dal.

De beloning is goed. Een heerlijke pizza. De terugweg besluiten we de hoofdweg te nemen en we zijn na een dikke 7 kilometer fietsen (zittend op het zadel en met de trappers de fiets aandrijvend) weer terug bij de boten.

Na de storm (die best wel meeviel) gaan we weer richting het zuidoosten en overnachten in de baai Uvala Slatina. Hier kun je heel goed de hoge bergen op de achtergrond zien, dan een volledig kaal geblazen bult en dan een enigszins begroeide bult. 

Dan gaan we richting Pasman. Dat ligt aan een groot ondiep gebied (maximaal 15 meter diep) vol met eilandjes waar je overal gemakkelijk kan ankeren in 2 tot 3 meter water. 

Zonsondergang voor Pasman City. Pasman City stelt overigen niets voor.

In een baaitje noord van Murter komen we Hope tegen en doen de Happy Hours van Marina di Ragusa over.

De baai voor Murter City. Zeer beschut en goede ankergrond. Het zal hier binnenkort waarschijnlijk waanzinnig druk worden.

We fietsen heel Murter rond. Het is een mooi eiland, maar eigenlijk zijn we op zoek naar een goede trailerhelling voor Arjens trimaran. Die vinden we hier niet helemaal. 

Dan maar weer verder kijken.

We gaan naar Rogoznica. Hier is een mooie grote zeer goed afgesloten baai. Hier blijven we een paar dagen liggen om te zeilen met de Happy-Cat en te Suppen en zo.

Daar treffen we ook Emerald uit Marina di Ragusa. Dus weer een aantal Happy Hours!

Voor we verder gaan richting Split brengen we nog even onze vuilnis naar de containers. Naast de containers ligt deze boot. Ook weggegooid?

Op naar Split!

Voor anker in de baai achter Split. Morgen naar de Lidl.

Al weer een maand voorbij. Het gaat snel dit seizoen. En wat erger is, er wordt over een paar dagen iemand 50, en dat ben ik niet! We zullen proberen eind juli de volgende blog te plaatsen.